Bent u van plan een woning te bouwen, een weg aan te leggen of andere werkzaamheden uit te voeren, waarbij u genoodzaakt bent om graafwerkzaamheden uit te voeren? Dan is de kans groot dat u verplicht wordt tot het uitvoeren van archeologisch onderzoek. Hier kan bijvoorbeeld om gevraagd worden wanneer u een omgevingsvergunning bij de gemeente wilt aanvragen. Hoe uitgebreid het archeologisch onderzoek moet worden, hangt af van de verwachtingen die er zijn over uw stuk grond. U kunt hiervoor het beste informatie inwinnen bij een archeologisch adviesbureau. Een voorbeeld van zo’n bureau is Transect uit Nieuwegein, hier vindt u uitgebreide informatie over hun kennis en kunde. Fasen van archeologisch onderzoekDe eerste fase van een onderzoek door het adviesbureau start met bureauonderzoek. Aan de hand van bestaande kennis over het gebied wordt een verwachting opgesteld over hoe waarschijnlijk het is dat er archeologische vondsten worden gedaan. Deze fase wordt gevolgd en regelmatig ook gecombineerd met booronderzoek om de verwachtingen te toetsen aan de werkelijkheid. Mochten er archeologische vondsten worden gedaan, wordt overgegaan tot het maken van proefsleuven en in uitzonderlijke gevallen tot het doen van een opgraving. Het booronderzoekNaar aanleiding van het archeologisch advies van het bureauonderzoek wordt gestart met het booronderzoek. Er wordt onderscheid gemaakt tussen verkennend, karterend en waarderend booronderzoek. Het verschil tussen deze drie wordt met name gekenmerkt door de hoeveelheid boringen en de uitgebreidheid van onderzoek naar de opgeboorde grond. Karterend booronderzoekBij karterend booronderzoek wordt onderzocht of er archeologische resten in de grond aanwezig zijn. Hierbij wordt in een regelmatig raster geboord en op meer plaatsen dan bij een verkennend onderzoek het geval is. De grond die boven komt, wordt niet alleen beschreven, maar wordt ook nader onderzocht. Dit gebeurt door de grond te zeven om zo te bepalen of er archeologische vondsten aanwezig zijn. Voor een karterend onderzoek wordt meestal handmatig geboord, waarbij gekozen wordt voor een boorkop van 15 centimeter om zo meer grond op te kunnen boren. Dit gebeurt met een edelmanboor. Over het algemeen wordt er geboord tot een diepte van maximaal 5 tot 6 meter onder het maaiveld. Randvoorwaarden voor Karterend borenVoor de start van het onderzoek moet er een plan van aanpak zijn waarin de onderzoeksmethode wordt beschreven. Het gaat hierbij onder andere om het aantal boringen, de boordiepte en de diameter van de boor. Ook moet vastgesteld worden op welke wijze de grond verzameld en beschreven wordt. Het archeologisch adviesbureau dat u hierin ondersteund kan dit voor u opstellen. Elk booronderzoek moet aangemeld worden bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het onderzoek wordt uitgevoerd door gekwalificeerd personeel, waarbij de boringen worden beschreven volgens de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingen. UitkomstenAan de hand van de uitslagen van het karterend boren wordt een archeologisch advies opgesteld. Wanneer de verwachting is dat er archeologische resten aanwezig zijn, wordt vervolgonderzoek geadviseerd. Mocht dit niet het geval zijn, kan het advies naar de gemeente die vervolgens zal besluiten of de grond wordt vrijgegeven. |
https://transect.nl/ |